Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

01-01-2024 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

01-01-2023 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

Artikel 33a

01-01-2023 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk III. Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen

Voor de toepassing van artikel 33, onderdelen 5° en 7°, wordt, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, onder een schenking ten behoeve van een eigen woning verstaan:a. een schenking van een woning die voor de verkrijger een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111…

Artikel 35g

01-01-2024 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

1. Indien krachtens erfrecht de blote eigendom wordt verkregen van een woning die voor de vruchtgebruiker een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt, met het oog op de toepassing van artikel 25, twintigste lid, van de Invorderingswet 1990, op verzoek …

Artikel 35g

01-01-2023 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk IIIb. Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

1. Indien krachtens erfrecht de blote eigendom wordt verkregen van een woning die voor de vruchtgebruiker een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt, met het oog op de toepassing van artikel 25, twintigste lid, van de Invorderingswet 1990, op verzoek …

Artikel 33

01-01-2023 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk III. Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen

Van schenkbelasting is vrijgesteld, hetgeen wordt verkregen:1°. van:a. de Koning; b. de vermoedelijke opvolger van de Koning; c. de Koning die afstand van het koningschap heeft gedaan; d. de echtgenoot of echtgenote van de Koning, de echtgenoot of echtgenote van de vermoedelijke opvolger van de Kon…

Artikel 21

01-01-2024 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk II. Bepaling van het belastbaar bedrag

1. Het verkregene wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan op het tijdstip van de verkrijging in het economische verkeer kan worden toegekend. 2. Goederen, verkregen onder de ontbindende voorwaarde van overlijden waarbij zich een opschortende voorwaarde ten gunste van een verwachter…

Artikel 21

01-01-2023 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk II. Bepaling van het belastbaar bedrag

1. Het verkregene wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan op het tijdstip van de verkrijging in het economische verkeer kan worden toegekend. 2. Goederen, verkregen onder de ontbindende voorwaarde van overlijden waarbij zich een opschortende voorwaarde ten gunste van een verwachter…

Artikel 5

01-01-2024 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk I. Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht

1. De erfbelasting wordt geheven van hetgeen ieder verkrijgt, eventueel na aftrek van zijn aandeel in de volgens deze wet voor aftrek in aanmerking komende schulden, legaten en lasten. 2. De schenkbelasting wordt geheven van hetgeen de begiftigde verkrijgt, eventueel na aftrek van aan de schenking …

Artikel 20

01-01-2024 - Successiewet 1956 - Hoofdstuk I. Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht

1. Voor de regeling van de erfbelasting kunnen van de nalatenschap als lasten slechts worden afgetrokken de kosten van lijkbezorging voor zover zij niet bovenmatig zijn. 2. Onder de kosten van lijkbezorging kunnen worden begrepen de sommen, besproken of uitgekeerd voor de uitvaart van de erflater e…