Artikel 28. Reikwijdte en definities

01-01-2024 - Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 5. Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen (hoofdstuk 5 van de wet)

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:a. project: groenproject, zijnde een project waarvoor ingevolge de Regeling groenprojecten 2016, de Regeling groenprojecten buitenland 2002 dan wel de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 een verklaring als bedoeld in a…

Vaststellingsovereenkomst voor schikking geschil

FB / IB / LB / BTW / P&L

Dit model is bestemd voor partijen die een geschil in der minne willen schikken en daartoe een overeenkomst wensen te sluiten.Laatst gecontroleerd door: mr. R.E. van BovenWanneer te gebruiken?Deze overeenkomst kan worden gebruikt als men afspraken wenst te maken ter beslechting van een geschil of t…

Artikel 1.7. Lijfrenten en pensioenen

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder lijfrente:a. een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden, welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven,…

Artikel 6.9. Kwijtschelding binnen een bepaalde periode [Vervallen per 31-10-2001]

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

Artikel 3.131. Aftrek premies voor lijfrenten na overlijden ondernemer

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Een belastingplichtige kan als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking komende premies voor onmiddellijk ingaande lijfrenten op zijn verzoek, in afwijking in zoverre van de artikel 3.124, eerste lid, onderdeel a, artikel 3.125, eerste lid, en artikel 3.126a, eerste lid, niet bij hem ze…

Artikel 3.127. In aanmerking te nemen premies voor lijfrenten

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Indien de belastingplichtige bij de aanvang van het kalenderjaar nog niet de leeftijd heeft bereikt die vijf jaar hoger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, kan hij, vanwege een pensioentekort in het voorafgaande kalenderjaar, p…

Artikel 21bis. Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen

01-01-2024 - Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 7. Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen (Hoofdstuk 7 van de wet)

1. Als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 7.8 van de wet wordt mede aangemerkt een buitenlandse belastingplichtige die:a. pensioen, lijfrente of een soortgelijke uitkering geniet: b. voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in de aanhef en het slot van de eerste volzin…

Artikel 3.133. Uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij handelen in strijd met de voorwaarden

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Voorzover zich met betrekking tot een aanspraak op lijfrente of periodieke uitkeringen als bedoeld in artikel 3.124, eerste lid, onderdelen b en c, artikel 3.125 of artikel 3.126a een in het tweede lid genoemde omstandigheid voordoet, worden de premies en bedragen die zijn betaald voor die aansp…

Artikel 3.130. Tijdstip aftrek premies voor lijfrenten

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Premies voor lijfrenten komen voor aftrek in aanmerking op het tijdstip waarop deze zijn betaald of verrekend, voorzover de verrekening niet leidt tot een schuldig gebleven bedrag.2. Een belastingplichtige kan premies voor lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.127, vijfde lid, en 3.129 die bi…

Artikel 3.79. Stakingsaftrek

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. De stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die als ondernemer in het kalenderjaar winst behaalt met of bij het staken van een of meer gehele ondernemingen.2. De stakingsaftrek is gelijk aan het bedrag van de in het eerste lid bedoelde winst, maar bedraagt niet meer dan € 3 630.3. De stakingsaftr…