Artikel 3.103. Specifieke uitbreidingen publiekrechtelijke uitkeringen

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

Tot de periodieke uitkeringen en verstrekkingen die worden ontvangen op grond van een publiekrechtelijke regeling behoren:a. uitkeringen uit vrijwillige verzekering op grond van de artikelen 35 of 38 van de Algemene Ouderdomswet en de artikelen 63a, 63d of 66a, derde lid, van de Algemene nabestaand…

Artikel 3.136. Uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij emigratie

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Bij de belastingplichtige die anders dan door overlijden ophoudt binnenlands belastingplichtige te zijn, worden indien hij verzekeringnemer, dan wel indien deze is overleden, gerechtigde is, de premies voor aanspraken als bedoeld in artikel 3.124, eerste lid, onderdelen a, b en c, die als uitgav…

Artikel 3.106. Uitbreidingen uitkeringen uit inkomensvoorzieningen

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Voorzover ter zake van een lijfrente of een andere aanspraak uit een inkomensvoorziening als bedoeld in artikel 3.100, eerste lid, onderdeel b, dan wel een aanspraak op grond van een pensioenregeling als bedoeld in artikel 3.100, eerste lid, onderdeel d, op enig moment negatieve uitgaven voor in…

Artikel 3.3. Uitbreiding begrip belastbare winst uit onderneming

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Belastbare winst uit onderneming is mede:a. de winst die de belastingplichtige, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming geniet uit een of meer ondernemingen (paragraaf 3.2.2); b. het bedrag van de gezamenlijke voordelen die de belastin…

Artikel 3.133. Uitbreiding begrip negatieve uitgaven bij handelen in strijd met de voorwaarden

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Voorzover zich met betrekking tot een aanspraak op lijfrente of periodieke uitkeringen als bedoeld in artikel 3.124, eerste lid, onderdelen b en c, artikel 3.125 of artikel 3.126a een in het tweede lid genoemde omstandigheid voordoet, worden de premies en bedragen die zijn betaald voor die aansp…

Artikel 3.137. In aanmerking te nemen bedrag bij uitbreidingen van het begrip negatieve uitgaven

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. Voor de toepassing van de artikelen 3.133, 3.135 en 3.136, eerste, vijfde en zesde lid wordt het bedrag aan in aanmerking te nemen premies en bedragen en het daarover behaalde rendement ter zake van een aanspraak of een gedeelte van een aanspraak gesteld op de waarde in het economische verkeer v…

Artikel 6.9. Kwijtschelding binnen een bepaalde periode [Vervallen per 31-10-2001]

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

Artikel 3.98c. Doorschuiving bij overgang krachtens huwelijksvermogensrecht

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

1. De overgang krachtens huwelijksvermogensrecht van een evenredig deel van een vermogensbestanddeel van de belastingplichtige op zijn echtgenoot wordt ten aanzien van hem niet als een staking van een werkzaamheid aangemerkt, mits het evenredig deel bij de echtgenoot tot een werkzaamheid behoort. D…

Artikel 25. Overgangsrecht inzake aanmerkelijk belang

01-01-2024 - Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen (Hoofdstuk 11 van de wet)

1. Indien op grond van artikel 26, tweede lid, van de Invorderingswet 1990, zoals dat op 14 september 2015 luidde, aan een belastingplichtige ter zake van geconserveerd inkomen uit tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen of winstbewijzen kwijtschelding van belasting is verleend wegens het ve…

Verdragenoverzicht per 1 juli 2015

FB / IB / P&L / VPB - Bericht Ministerie van Financiën - IZV/2015/595 - 10-07-2015

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-GravenhageDatum 10 juli 2015Betreft Brief n.a.v. AO 3 juni 2015Ons kenmerk IZV/2015/595Uw brief (kenmerk) Bijlagen (1)Geachte voorzitter,In het Algemeen Overleg dat ik op 3 juni 2015 heb gehad met de Vaste commissie …