Zoekresultaat

Vorige | Volgende
Fiscale wijzer

10.7.1 Inpassing van tot en met 31 december 2000 afgetrokken premies

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Als er een strijdige handeling wordt verricht met een Brede Herwaarderingslijfrente waarop vóór 2001 premieaftrek is genoten, worden dergelijke premies voor de toepassing van afdeling 3.8 Wet IB 2001 (de negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen) eveneens aangemerkt als uitgaven voor inkomensvo…

Fiscale wijzer

9.3.1 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Bij het met ingang van 1 januari 2009 in werking getreden regime wordt voor de belastingheffing uitgegaan van de vormgeving van het lijfrentecontract. Bij zo'n systeem kan het voor de genieter van de lijfrentetermijnen en afkoopsom onredelijk uitpakken als men de betaalde bedragen voor een lijfrent…

Fiscale wijzer

13.6.2 Invloed belastinglatentie op imputatieregeling

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De in de vorige paragraaf beschreven belastinglatentie heeft niet alleen invloed op de bepaling van de waarde van een lijfrente, maar ook op het op de gekapitaliseerde waarde te imputeren bedrag. Ter voorkoming van cumulatie in fiscale faciliteiten wordt het bedrag van de voor partners geldende kap…

Fiscale wijzer

9.4.2 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

In het zevende lid van onderdeel O, IW IB 2001 is een belangrijke beperking opgenomen voor na 2009 betaalde premies. Voor zover die premies een bedrag van € 2.269 te boven gaan worden deze vanaf 2010 niet (meer) in aanmerking genomen als niet-afgetrokken saldo in de saldomethode. Dit gedeelte van d…

Fiscale wijzer

9.4.1 Onbeperkte saldomethode (tot en met 2009 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Ingevolge de overgangsbepaling van onderdeel O, lid 7 IW IB 2001 in combinatie met onderdeel O, lid 1, aanhef en onderdeel d van die wet blijft op pre-Brede Herwaarderingslijfrenten de Wet IB 1964 van toepassing voor de vaststelling van de hoogte van de belastbare inkomsten voor wat betreft de prem…

Fiscale wijzer

10.2.2 Lijfrenten opgebouwd met vanaf 1 januari 2001 niet-afgetrokken premies

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Tot het moment dat de hiervóór besproken boxsplitsingsproblematiek werd opgelost gold het volgende. Om te voorkomen dat er bij lijfrenteproducten waarvoor een relatief gering deel van de premie niet is afgetrokken een splitsing moet worden aangebracht tussen een deel van de verzekering dat valt in …

Fiscale wijzer

5.1 Jaarruimte en reserveringsruimte

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Het voor een belastingplichtige in een bepaald jaar maximaal aftrekbare bedrag aan lijfrentepremie ter compensatie van een pensioentekort is sinds 2003 opgebouwd uit twee gedeelten, te weten de jaarruimte en de reserveringsruimte. Tot belastingjaar 2003 bestond er ook nog recht op een zogenoemde to…

Fiscale wijzer

3.2 Lijfrenten ten behoeve van meerderjarig invalide kind

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Premies voor lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen kunnen aftrekbaar zijn als uitgaven voor inkomensvoorzieningen als de ouder van het invalide kind de betreffende lijfrentepremies betaalt. Voor de aftrek van premies voor dergelijke lijfrenten geldt in beginsel geen aftrekbeperking…

Fiscale wijzer

3.4 Toegelaten aanbieders

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Voor de aftrek van lijfrentepremies is vereist dat de premies zijn verschuldigd aan een zogenoemde toegelaten verzekeraar. De verzekeraars die op grond van de Wet IB 2001 als toegelaten verzekeraars moeten gelden, zijn opgesomd in artikel 3.126 Wet IB 2001. ‘Toegelaten’ houdt in dat bij deze aanbie…

Vorige | Volgende