Zoekresultaat

Volgende
Fiscale wijzer

10.4 Brede Herwaarderingsregime (1992-2000)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De Brede Herwaarderingswetgeving bracht met ingang van 1 januari 1992 de nodige begrenzingen rond de lijfrentepremieaftrek met zich. De wetgever ging zwaardere voorwaarden stellen aan de aftrek van lijfrentepremies, omdat hij af wilde van het fiscaal zo gunstige systeem van de pre-Brede Herwaarderi…

Fiscale wijzer

9.4.1 Onbeperkte saldomethode (tot en met 2009 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Ingevolge de overgangsbepaling van onderdeel O, lid 7 IW IB 2001 in combinatie met onderdeel O, lid 1, aanhef en onderdeel d van die wet blijft op pre-Brede Herwaarderingslijfrenten de Wet IB 1964 van toepassing voor de vaststelling van de hoogte van de belastbare inkomsten voor wat betreft de prem…

Fiscale wijzer

6.3.3 Leeftijdsafhankelijk maximumpremiepercentage

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Het in combinatie met de maximumgrondslag per 1 januari 2015 maximaal in aanmerking te nemen premiepercentage is opgenomen in artikel 17bis UB IB 2001. Er geldt een maximumpercentage per leeftijdscategorie en er is dus sprake van een leeftijdsafhankelijke staffel. Voor de hoogte van de leeftijdsafh…

Fiscale wijzer

9.4 Saldomethodiek bij pre-Brede Herwaarderingslijfrenten

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Vanaf 1 januari 2010 is een met het hiervóór beschreven heffingssysteem vergelijkbare systematiek gaan gelden voor op 15 oktober 1990 bestaande pre-Brede Herwaarderingslijfrenten met voortgezette premiebetaling na 2000, waarvoor eerbiediging van het regime van vóór 1992 van toepassing is. Met ingan…

Fiscale wijzer

9.3.1 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Bij het met ingang van 1 januari 2009 in werking getreden regime wordt voor de belastingheffing uitgegaan van de vormgeving van het lijfrentecontract. Bij zo'n systeem kan het voor de genieter van de lijfrentetermijnen en afkoopsom onredelijk uitpakken als men de betaalde bedragen voor een lijfrent…

Fiscale wijzer

10.3 Pre-Brede Herwaarderingsregime (gesloten vóór 1992)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Onder het regime van de pre-Brede Herwaardering was de fiscale wet- en regelgeving aanzienlijk soepeler dan met ingang van 1 januari 1992. Vóór die datum golden veel minder zware en stringente voorwaarden voor de aftrek van lijfrentepremies dan met de inwerkingtreding van het Brede Herwaarderingsre…

Fiscale wijzer

2 Het lijfrenteregime onder de Wet IB 2001: boxenstelsel

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 heeft de wetgeving op het gebied van lijfrenten behoorlijk wat wijzigingen ondergaan. Zo zijn onder meer de mogelijkheden om de lijfrentepremies af te trekken vanaf 1 januari 2001 veel beperkter geworden dan vóór die datum. In dit hoofdstuk wordt slechts i…

Fiscale wijzer

9.5.2 Pre-Brede Herwaarderingslijfrenten

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Het pre-Brede Herwaarderingsregime kent geen heffing bij strijdige handelingen met lijfrenten uit dat fiscale regime. Bij overschrijding van de wettelijke termijn worden geen negatieve uitgaven in aanmerking genomen, maar wordt een (periodieke) uitkering in box 1 in aanmerking genomen. Op een derge…

Fiscale wijzer

9.4.2 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

In het zevende lid van onderdeel O, IW IB 2001 is een belangrijke beperking opgenomen voor na 2009 betaalde premies. Voor zover die premies een bedrag van € 2.269 te boven gaan worden deze vanaf 2010 niet (meer) in aanmerking genomen als niet-afgetrokken saldo in de saldomethode. Dit gedeelte van d…

Volgende