Zoekresultaat

Vorige | Volgende
Fiscale wijzer

8.10.3 Tegenbewijsregeling

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

In artikel 5.16c, lid 3 Wet IB 2001 is een tegenbewijsregeling opgenomen. Op grond hiervan kan de belastingplichtige bewijzen dat de belasting die is verschuldigd over het ingevolge artikel 5.16c, lid 2 Wet IB 2001 op forfaitaire wijze vastgestelde bedrag hoger is dan het totale bedrag van belastin…

Fiscale wijzer

8.5.1 Omzetting box 1-lijfrente met hoge aftrek in box 1-lijfrente met lage aftrek

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Een uitzondering op de fiscaal geruisloze omzetting vormt de situatie waarin een lijfrente die is afgesloten voor een meerderjarig invalide kind wordt omgezet in bijvoorbeeld een oudedagslijfrente. Ondanks het feit dat er sprake is van omzetting van een gefacilieerde lijfrente in een andere lijfren…

Fiscale wijzer

8.4.7 Terugstorting te veel op box 1-lijfrente gestorte bedragen (tijdelijke regeling)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Het komt in de praktijk regelmatig voor dat er voor de door een polishouder op een box 1-lijfrente betaalde bedragen onvoldoende aftrekruimte bestaat en dat die bedragen ook niet (geheel) vallen binnen de beperkte saldomethode die sinds 1 januari 2010 van toepassing is (maximaal € 2.269 per jaar; z…

Fiscale wijzer

5.4.1 Getalsmatig maximum aan aftrek ingevolge reserveringsruimte

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Net als bij de formule van de jaarruimte is een van de elementen van de formule van de reserveringsruimte de premiegrondslag. Ingevolge de reserveringsruimte is maximaal 17% van de premiegrondslag aftrekbaar. Voor de berekening van het in artikel 3.127, lid 2 Wet IB 2001 genoemde maximum van 17% mo…

Fiscale wijzer

8.2.3 Hoogte bijtelling negatieve uitgaven en minimumwaarderingsregeling

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De negatieve uitgaven worden voor de heffing van inkomstenbelasting in eerste instantie gesteld op de waarde in het economisch verkeer van de box 1-lijfrenteaanspraak, ook al zijn de betaalde bedragen niet afgetrokken. Het gaat dan om de waarde op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan dat wa…

Fiscale wijzer

9.3.1 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Bij het met ingang van 1 januari 2009 in werking getreden regime wordt voor de belastingheffing uitgegaan van de vormgeving van het lijfrentecontract. Bij zo'n systeem kan het voor de genieter van de lijfrentetermijnen en afkoopsom onredelijk uitpakken als men de betaalde bedragen voor een lijfrent…

Fiscale wijzer

6.2.1 Geen aftrek, aanspraak vrij en uitkeringen onbelast

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De bedragen die op een nettolijfrente in box 3 worden gestort, zijn niet aftrekbaar in box 1 en worden dus in de nettosfeer gedaan. Het fiscaal-aantrekkelijke schuilt in het feit dat de nettolijfrenteaanspraak een vrijgestelde bezitting in box 3 vormt. Over de waarde van de nettolijfrente is dus ge…

Fiscale wijzer

6.4.3 Anti-vermengingsvoorwaarden

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Om te voorkomen dat het vermogen ten laste waarvan in box 3-onbelaste termijnen van nettolijfrenten worden gedaan, zou kunnen worden vermengd met vermogen ter zake waarvan in box 1–aftrekbare lijfrentepremies/-inlegbedragen zijn voldaan, is in artikel 5.16a, lid 2 Wet IB 2001 een delegatiebepaling …

Fiscale wijzer

9.4.2 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

In het zevende lid van onderdeel O, IW IB 2001 is een belangrijke beperking opgenomen voor na 2009 betaalde premies. Voor zover die premies een bedrag van € 2.269 te boven gaan worden deze vanaf 2010 niet (meer) in aanmerking genomen als niet-afgetrokken saldo in de saldomethode. Dit gedeelte van d…

Fiscale wijzer

10.9 Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve (1992-2000)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Stakingsstamrechten konden tot 1 januari 1992 worden afgesloten. Bij de wijzigingen van de Wet IB 1964 in het kader van Brede Herwaardering I per 1 januari 1992 werd deze faciliteit afgeschaft en vervangen door een verhoging van de maximaal aftrekbare lijfrentepremie bij staking (zie 5.5 Fiscale wi…

Vorige | Volgende