Zoekresultaat

Vorige | Volgende
Fiscale wijzer

5.2 Geen overgangsrecht voor oude polissen; aanpassing polissen vereist!

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De Wet IB 2001 kent voor wat betreft het recht op lijfrentepremieaftrek geen enkele eerbiedigende werking. Daarin is door de wetgever niet voorzien. Zoals opgemerkt moeten de lijfrentecontracten, om op grond van de Wet IB 2001 voor lijfrentepremieaftrek in aanmerking te komen, voldoen aan de bepali…

Fiscale wijzer

4.4 Toegestane lijfrentespaarvormen

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Om voor aftrek in aanmerking te komen moet de LR voldoen aan een aantal voorwaarden. Net als dat geldt voor de gefacilieerde lijfrenteverzekeringsvormen, geldt ook voor lijfrenterekeningen dat zij alleen voor aftrek van ingelegde bedragen kwalificeren in het geval er sprake is van een in de Wet IB …

Fiscale wijzer

6.4.3 Anti-vermengingsvoorwaarden

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Om te voorkomen dat het vermogen ten laste waarvan in box 3-onbelaste termijnen van nettolijfrenten worden gedaan, zou kunnen worden vermengd met vermogen ter zake waarvan in box 1–aftrekbare lijfrentepremies/-inlegbedragen zijn voldaan, is in artikel 5.16a, lid 2 Wet IB 2001 een delegatiebepaling …

Fiscale wijzer

10.2.3 Omzetting van oude lijfrenten in IB 2001-lijfrente

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Als een lijfrente afgesloten vóór 1 januari 2001 wordt omgezet in een lijfrente die voldoet aan de strikte voorwaarden voor premieaftrek van de Wet IB 2001, is er geen sprake van een afkoop in fiscale zin. Na de omzetting vormt de naar het nieuwe recht vormgegeven aanspraak de voortzetting van de o…

Fiscale wijzer

10.9 Lijfrenten bedongen voor de stakingswinst en de oudedagsreserve (1992-2000)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Stakingsstamrechten konden tot 1 januari 1992 worden afgesloten. Bij de wijzigingen van de Wet IB 1964 in het kader van Brede Herwaardering I per 1 januari 1992 werd deze faciliteit afgeschaft en vervangen door een verhoging van de maximaal aftrekbare lijfrentepremie bij staking (zie 5.5 Fiscale wi…

Fiscale wijzer

8.7.1 Revisierente, 20% over waarde box 1-lijfrente

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Ingeval de premies voor een box 1-lijfrenteverzekering dan wel de op een bancaire lijfrente ingelegde bedragen zijn afgetrokken, heeft de belastingplichtige in de afgelopen jaren feitelijk een rentevoordeel genoten. Bij een strijdige handeling, een handeling die de wetgever niet voor ogen heeft geh…

Fiscale wijzer

8.3 Heffingssystematiek tot en met 2008

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Tot en met belastingjaar 2008 gold bij het in aanmerking nemen van negatieve uitgaven een ander criterium dan hiervóór is beschreven. Er werden pas negatieve uitgaven in aanmerking genomen als en voor zover er premies/inlegbedragen waren afgetrokken. Met andere woorden, als een lijfrente met een bo…

Fiscale wijzer

8.2.2 Geen bijtelling negatieve uitgaven

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Een pre-Brede Herwaarderingslijfrente (van vóór 1992) kent in het algemeen geen box 1-vormgeving. Daarvoor geldt het systeem van de negatieve uitgaven dan ook niet. Bij afkoop van zogenoemde kleine lijfrenten met een box 1-vormgeving worden evenmin negatieve uitgaven in aanmerking genomen! Afkoop v…

Fiscale wijzer

7.1.3 Achtergrond vervanging redelijke termijn door wettelijke termijn

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De afgelopen jaren is gebleken dat zich jaarlijks in veel gevallen een probleem voordeed met het voldoen aan de tot 1 januari 2010 gehanteerde beleidsmatige minimumtermijn(en). Het gevolg van het niet voldoen aan de – relatief korte – redelijke termijn is dat men al vrij snel met heffing van inkoms…

Vorige | Volgende