Zoekresultaat

Vorige | Volgende
Schenken en Erven Almanak

8.4 Aftrekbare giften in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting

Schenken en Erven Almanak - 01-01-2023

Zowel in de inkomstenbelasting als in de vennootschapsbelasting is aftrek van giften mogelijk. De aftrek van giften in de inkomstenbelasting wordt uitvoerig besproken in 16.8 Nextens IB Almanak 2023 en 2.11 Nextens IB Almanak 2023 – DEEL II. Specifieke informatie over aftrek van giften in de vennoo…

Wettekst

Artikel 3.139. Negatieve persoonsgebonden aftrek

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning

Als negatieve persoonsgebonden aftrek van een belastingplichtige wordt in aanmerking genomen:a. hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van onderhoudsverplichtingen die op grond van afdeling 6.2 in aanmerking zijn genomen; b. hetgeen door hem is ontvangen als …

Wettekst

Artikel 6.26. Het in aanmerking te nemen bedrag

01-01-2023 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

Weekenduitgaven voor gehandicapten worden in aanmerking genomen tot een bedrag bepaald volgens bij ministeriële regeling te stellen regels.…

Schenken en Erven Almanak

5.20 Kunstvoorwerpen schenken met gebruikmaking van periodieke gift en multiplier

Schenken en Erven Almanak - 01-01-2024

Erfbelasting kunt u betalen met voorwerpen met een nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang. U krijgt dan 120% van de (getaxeerde) waarde voor het kunst- of cultuurhistorisch voorwerp in kwestie. Voor de schenkbelasting bestaat een dergelijke faciliteit niet. Toch zijn er mogelijkheden…

Wettekst

Artikel 41. Aftrekbare giften; voorwaarden onderhandse akte van schenking

01-01-2023 - Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

In de onderhandse akte van schenking, bedoeld in artikel 6.38 van de wet, worden ten minste de volgende gegevens vermeld:a. de naam, het adres en het burgerservicenummer van de belastingplichtige; b. de naam en het nummer, bedoeld in artikel 1a, zevende lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling …

Nieuws

Kabinetsreactie evaluaties giftenaftrek en ANBI-/SBBI-regeling

S&E - Bericht Ministerie van Financiën - 2018-0000064223 - 26-04-2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 26 april 2018Betreft Kabinetsreactie evaluaties giftenaftrek en ANBI/SBBI-regeling Directie Algemene Fiscale PolitiekOns kenmerk 2018-0000064223 Geachte voorzitter, Naar aanleiding van het verzoek van de vast…

Schenken en Erven Almanak

8.4.1 Periodieke gift

Schenken en Erven Almanak - 01-01-2018

Een ‘periodieke gift’ is een gift in de vorm van een vaste en gelijkmatige uitkering die uiterlijk eindigt bij het overlijden van de schenker (eerder mag dus ook). ‘Vast’ wil zeggen dat het jaarlijkse bedrag van de gift niet mag variëren. ‘Gelijkmatig’ wil zeggen dat het tijdsverloop tussen de vers…

Wettekst

Artikel 6.17. Uitgaven voor specifieke zorgkosten

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

1. Uitgaven voor specifieke zorgkosten zijn de uitgaven die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor:a. genees- en heelkundige hulp, met uitzondering van ooglaserbehandelingen ter vervanging van bril of contactlenzen; b. vervoer; c. farmaceutische hulpmiddelen verstrekt op voorschrift van een…

Wettekst

Artikel 6.2. In aanmerking nemen persoonsgebonden aftrek

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

1. De persoonsgebonden aftrek vermindert het inkomen uit werk en woning van het kalenderjaar, maar niet verder dan tot nihil.2. Voorzover de persoonsgebonden aftrek het inkomen uit werk en woning van het kalenderjaar niet vermindert, vermindert de aftrek het belastbaar inkomen uit sparen en belegge…

Wettekst

Artikel 6.19. Verhoging uitgaven voor specifieke zorgkosten

01-01-2024 - Wet inkomstenbelasting 2001 - Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek

1. Het bedrag aan uitgaven, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdelen b tot en met g, wordt verhoogd met:a. 113%, indien de belastingplichtige bij het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt; b.…

Vorige | Volgende