Zoekresultaat

Volgende
Fiscale wijzer

1.2 De gebruikelijkloonregeling

Fiscale wijzer DGA - 01-01-2019

Deze regeling is van belang voor de dga die geen of een te lage beloning ontvangt voor zijn werkzaamheden en geldt uitsluitend voor aanmerkelijkbelanghouders. De regeling geldt ook als alleen de fiscale partner een aanmerkelijk belang heeft. Zie hfst. 3 voor een uitleg van het begrip ‘aanmerkelijk …

Fiscale wijzer

1.2.1 In dienst bij holding en dochter(s)

Fiscale wijzer DGA - 01-01-2019

Als een dga in het kader van zijn functie behalve bij de holding-bv ook werk verricht voor een of meer dochter-bv's waarin hij ook direct of indirect een aanmerkelijk belang heeft, moet hij bij elk van de bv's een gebruikelijk loon genieten. Het loon bij de holding kan in dat geval worden verminder…

Fiscale wijzer

1.5.8 Levensloop

Fiscale wijzer DGA - 01-01-2019

Met ingang van 2012 staat de levensloopregeling niet meer open voor nieuwe deelnemers. De levensloopregeling blijft nog wel bestaan als de deelnemer op 31 december 2011 een saldo op zijn levensloopregeling had staan. Of vanaf 2012 nog ingelegd kan worden in de levensloopregeling hangt af van de hoo…

Fiscale wijzer

9.4.1 Onbeperkte saldomethode (tot en met 2009 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Ingevolge de overgangsbepaling van onderdeel O, lid 7 IW IB 2001 in combinatie met onderdeel O, lid 1, aanhef en onderdeel d van die wet blijft op pre-Brede Herwaarderingslijfrenten de Wet IB 1964 van toepassing voor de vaststelling van de hoogte van de belastbare inkomsten voor wat betreft de prem…

Fiscale wijzer

9.4.2 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

In het zevende lid van onderdeel O, IW IB 2001 is een belangrijke beperking opgenomen voor na 2009 betaalde premies. Voor zover die premies een bedrag van € 2.269 te boven gaan worden deze vanaf 2010 niet (meer) in aanmerking genomen als niet-afgetrokken saldo in de saldomethode. Dit gedeelte van d…

Fiscale wijzer

9.2 Inhouding van loonbelasting volgens saldomethodiek

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

De bepaling van artikel 11, lid 1, onderdeel a UB LB 1965 brengt mee dat in de eerste plaats met betrekking tot box 1-lijfrentetermijnen moet worden bepaald of, en zo ja in hoeverre, deze voor de inkomstenbelasting belastbaar zijn. Daarbij kan op grond van het overgangsregime van de Wet IB 2001 de …

Fiscale wijzer

10.5 Saldolijfrenten en het overgangsrecht

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Een zogenoemde saldolijfrente is een lijfrente waarvoor in het geheel geen premies in aftrek konden worden gebracht. Een saldolijfrente voldoet immers niet aan de fiscale definitie van een (gefacilieerde) lijfrente. Tegenover het niet aftrekbaar zijn van de premie stond dat de termijnen pas waren b…

Fiscale wijzer

9.3.1 Beperkte saldomethodiek (vanaf 2010 niet afgetrokken)

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Bij het met ingang van 1 januari 2009 in werking getreden regime wordt voor de belastingheffing uitgegaan van de vormgeving van het lijfrentecontract. Bij zo'n systeem kan het voor de genieter van de lijfrentetermijnen en afkoopsom onredelijk uitpakken als men de betaalde bedragen voor een lijfrent…

Fiscale wijzer

10.2.1 Lijfrenten opgebouwd met premiebetalingen tot 1 januari 2001

Fiscale wijzer Lijfrenteproducten - 01-01-2019

Voor de lijfrenten die onder het bedoelde overgangsrecht vallen, blijven de fiscale regels van de Wet IB 1964 zoals die tot en met 31 december 2000 hebben gegolden ook daarna nog van kracht, voor zover het recht op de uitkering is opgebouwd met de tot dan toe betaalde premies (onderdeel O, lid 1, o…

Volgende