Zoekresultaat

Vorige | Volgende
IB Almanak

17.9.2 Fiscale partners

IB Almanak - 01-01-2023

Als de belastingplichtige heel 2022 een fiscale partner (zie 6) had, geldt voor beiden de vrijstelling in box 3 van maximaal € 61 215. De vrijstelling voor de belastingplichtige en zijn partner gezamenlijk moet dan op maximaal € 122 430 worden gesteld. Vermeld de vrijstelling voor groene belegginge…

IB Almanak

5.2 Artikel 5.2 Voordeel uit sparen en beleggen

IB Almanak - 01-01-2024

Het voordeel uit sparen en beleggen wordt gesteld op het product van het effectieve rendementspercentage, bedoeld in het tweede lid, en de grondslag sparen en beleggen. De grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag aan het begin van het kalenderjaar (peildatum) voor zover die rendements…

IB Almanak

12.7.4.2 In box 1 belaste uitkering gemaximeerd

IB Almanak - 01-01-2024

Bij de in 12.7.4.1 vermelde finale toets wordt bezien of de uitkering uit de kapitaalverzekering, na de eventuele toepassing van een vrijstelling behorend bij het regime waaronder de polis valt (zie 12.7.5 en 12.7.6), geheel of gedeeltelijk in box 1 is belast. Is de uitkering (gedeeltelijk) belast,…

IB Almanak

38.1.7 Extra heffingskortingen voor groene beleggingen

IB Almanak - 01-01-2023

Echtgenoten hebben samen tweemaal de vrijstelling in box 3 voor beleggingen in een groenfonds. Zie 15.3.2.3. Ook genieten zij samen een dubbele heffingskorting voor beleggingen in een groenfonds. Zie 17.9.…

IB Almanak

44.7.2 Sancties bij afkoop, deblokkeren en andere ‘verboden handelingen’

IB Almanak - 01-01-2024

Artikel 5.16c Wet IB 2001 (zie 77.1)Bij een verboden handeling zoals afkoop of deblokkeren van de nettolijfrente vervalt de vrijstelling in box 3. Per 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de verboden handeling heeft plaatsgevonden wordt de afkoopsom, of wat daarvan over is, meegeteld…

IB Almanak

19.5.5 Relatie met box 3

IB Almanak - 01-01-2024

Artikel 2.14, lid 3, onderdelen b. en c., Wet IB 2001 (zie 77.1)Vermogensbestanddelen die tot het ondernemingsvermogen behoren en daardoor inkomen in box 1 genereren, worden niet in aanmerking genomen bij box 3. Om te voorkomen dat er wordt gemanipuleerd, zijn er bepalingen opgenomen die het onmoge…

IB Almanak

2.2.10 Bepaling inkomen box 3; leegwaarderatio

IB Almanak - 01-01-2024

De (forfaitaire) bepaling van het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 is in 2023 wederom gewijzigd. Hierbij wordt voor de belastingheffing in box 3 aangesloten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen (en niet meer bij een forfaitair bepaalde verdeling hiervan). Het werkelijke vermogen…

IB Almanak

15.17 Voordeel uit sparen en beleggen (P 30)

IB Almanak - 01-01-2024

Artikel 5.2 Wet IB 2001 (zie 77.1)Bij deze vraag wordt het via box 3 te belasten voordeel uit sparen en beleggen berekend. Dit gebeurt via een nieuwe methode, die voortvloeit uit de Wet overbruggingswet box 3. In eerste instantie moet de rendementsgrondslag worden berekend door de waarde van de box…

IB Almanak

59.1 Beleggen en box 3

IB Almanak - 01-01-2024

De door een belastingplichtige rechtstreeks gehouden beleggingen worden vrijwel altijd belast in box 3. Dit betekent in 2024 en volgende jaren – volgens de wet – nog belastingheffing over een forfaitair bepaald rendement over de waarde van de beleggingen op de jaarlijkse peildatum 1 januari. De wer…

IB Almanak

60.3 Geldleningen in box 3

IB Almanak - 01-01-2024

Alle geldleningen waarvoor de belastingplichtige geen recht op renteaftrek in box 1 of box 2 kan doen gelden, vormen schulden die hij in box 3 moet aangeven. Deze worden in aanmerking genomen bij het bepalen van het voordeel uit sparen en beleggen in box 3. Zie 15.16. Het maakt daarbij niet uit of …

Vorige | Volgende